zeven zussen

Zeven zussen: ik wil meer!

Ik beken. Ik heb De zeven zussen verslonden. Alle acht delen. En er mogen er nog een heleboel bijkomen wat mij betreft. Wie weet er nog zo’n serie? Laat de tips maar doorkomen! 

Laat ik het maar meteen bekennen. Ik heb Nederlands gestudeerd, maar dat heeft me er niet van weerhouden om een enorme hoeveelheid Bouquetreeksboekjes te verslinden. Er zijn tijden geweest dat ik ze met tassen vol op rommelmarkten kocht. En als ik ze uit had, was er altijd wel iemand bij wie ik ze kwijt kon. Buurvrouwen die overdag nog zeiden dat ze niet snapten dat ik die troep las, belden ’s avonds aan om te vragen of ik er nog een paar had.

Inmiddels ben ik niet meer zo van de Bouquetreeks. De aantrekkelijke man met de wilskrachtige kin is vaak zo halverwege de dertig en had gemakkelijk mijn zoon kunnen zijn. En al bijna mijn kleinzoon. Dat maakt hem een stuk minder aantrekkelijk.

Zeven zussen

Die zeven zussen zijn een ander verhaal. Die heb ik achter elkaar gelezen. Heerlijk. De verhalen zijn vergezocht en niet echt geloofwaardig, maar dat maakt met niets uit. Ook detectives lees ik graag. Hoe meer, hoe liever. Als er een nieuwe Faye Kellerman, Lynda La Pante of Peter Robinson verschijnt, ben ik gelukkig.

Shakespeare

Soms knaagt dat. Ik zou de klassieken moeten lezen, de hoogtepunten van de wereldliteratuur. Ik heb volgens mij nog nooit iets van Shakespeare gelezen. En zo zijn er nog voorbeelden genoeg van boeken die ik zou moeten lezen. Couperus en Vestdijk heb ik tijdens mijn studie wel gelezen, maar er is nog zoveel meer…

Soms koop ik een klassieker met het vaste voornemen om die ook echt te gaan lezen. Maar meer dan voornemens zijn het nog niet geworden. Ik heb er gewoon geen zin in. Soms begin ik in zo’n klassieker, maar echt ver kom ik niet. Ik kocht tijdens een bezoek aan Londen zelfs een dik boek met alle hoogtepunten van de Engelse dichtkunst. En sjouwde er de hele dag mee. Het staat vast nog wel ergens in de kast. Geen idee waar.

In het Engels

De tijd voor het echte werk komt vast nog wel. Of niet. Ik koop er gewoon af en toe een om mijn geweten te sussen. Ondertussen lees ik mijn pulp. Maar dan wel in het Engels. Dan lijkt het nog wat.

Verslaafd aan de koning.

Oke, ik beken, ik ben (een beetje) verslaafd. Niet aan drank of drugs, maar aan de koning. En dan niet die van ons, maar die in Royal Match.

Iedere week trap ik er weer in. Ik wil niet te veel tijd op mijn telefoon zitten om een flauwe game te spelen.  En ik wil er zeker geen geld aan besteden. Maar ik doe het toch. Ik help de koning met het bouwen van zijn paleis en zijn tuin. En daar is hij blij mee. Af en toe red ik hem, dan staat zijn huis weer in brand of is hij de sleutel kwijt en kan hij zijn kasteel niet uit.

Ik ben al heel wat levels verder. Maar dat kasteel is nooit klaar. En hij leert nooit om voor zichzelf te zorgen. Ik blijf hem dus maar redden. Als dank krijg ik af en toe een paar munten van hem, maar dat zijn er nooit genoeg om verder te komen. Iedere maandag zijn er weer munten in de aanbieding. Die koop ik met echte munten. Steeds maar een paar. Maar uiteindelijk zijn het er weer best veel.

Wat een geldverspilling, ik weet het. Soms gooi k het spel van mijn telefoon af. Maar na een paar dagen kan ik het toch weer niet missen. Die koning heeft me nodig. En ik de koning!