Linnenkast

Lang leve de linnenkast

Bij een volwassen huis hoort een linnenkast. Met strakke stapels kleur-gecoördineerde handdoeken, dekbedovertrekken en hoeslakens. Natuurlijk gestreken.

Mijn moeder had zo’n linnenkast. Ik weet nog precies hoe die rook. Soms mocht ik de handdoeken opvouwen voor ze de kast in gingen. Dat kon maar op één manier: haar manier.

Alle kleuren van de regenboog

Ik vouw de handdoeken nog op die manier op, maar ze belanden niet in zo’n kast. Want die heb ik niet. De handdoeken liggen er best netjes bij op één plank van de klerenkast. Maar ze hebben wel alle kleuren van de regenboog. En vaak halen ze de kast niet. Ze worden van de berg schone was gevist, gebruikt en gaan zo weer de wasmachine in. Met de hoeslakens voer ik een voortdurende strijd. Ik krijg ze niet strak gevouwen. En ik heb eigenlijk ook geen ruimte om ze op te bergen.

Nieuw kleurtje

En dan zijn er nog de dekbedhoezen. Eigenlijk hebben we er niet zoveel nodig. Gewoon, wat er op de bedden ligt en een reserve voor als er eens iemand komt logeren. Maar de stapel is in de loop der jaren nogal gegroeid. Gewoon, omdat je wel eens zin hebt in een nieuw kleurtje. Of omdat je bij de Ikea denkt dat je er nog een paar nodig hebt.

Op kleur sorteren

Nu dochter het huis uit is, heb ik een paar planken van haar kast gepikt om de lakens op te bergen. Maar wat zou het toch fijn zijn om een volwassen linnenkast te hebben. Dan zou ik de handdoeken en de lakens op kleur kunnen sorteren. De slopen zou ik op een apart stapeltje leggen. Zodat ik altijd de bijpassende sloop bij een dekbed zou kunnen vinden.

Ik blijf dromen. En hou me in als ik door de Ikea loop. Geen nieuwe lakens en handdoeken voor ik een echte linnenkast heb. En dat gaat nog heel lang duren.